Zelfvertrouwen: de stille kracht achter prestatie

Soms kom ik mezelf tegen in mijn werk. Niet letterlijk natuurlijk, maar in de verhalen en gevoelens van de mensen die tegenover me zitten. Hun twijfels, hun perfectionisme, hun angst om niet genoeg te zijn, ik herken ze maar al te goed. Dat zijn de momenten waarop ik besef: de stukken die ik zelf heb moeten doorleven, zijn precies wat mij helpt om een ander beter te begrijpen.
Ik geloof niet dat we onze eigen thema’s ooit helemaal ‘achter ons laten’. Eerder dat we leren er anders mee om te gaan. Waar ik vroeger mijn onzekerheid zag als een obstakel, zie ik die nu als een bron van begrip. De dingen die ik zelf heb gevoeld, de spanning om het goed te doen, de angst om afgewezen te worden, het willen vasthouden aan controle: dat zijn precies de gevoelens die ik bij mijn leerlingen herken.
En misschien is dat ook wat zelfvertrouwen echt is: niet het ontbreken van angst of twijfel, maar het vermogen om er vriendelijk naar te kijken.
Zelfvertrouwen in de sport
In de sport zien we zelfvertrouwen vaak als iets wat je nog hebt om te presteren. “Je moet meer vertrouwen hebben in jezelf”, hoor ik vaak. Alsof het een knop is die je even aanzet voordat je de ring in rijdt of die belangrijke presentatie die je moet geven.
Maar in werkelijkheid is zelfvertrouwen iets wat groeit, langzaam, gelaagd, en vaak juist in de momenten dat het even niet gaat zoals je had gehoopt. Het ontstaat niet in de perfecte proef of presentatie, maar in hoe je met de imperfectie omgaat.
Ik zie het in ruiters die een fout maken, maar toch hun focus hervinden. In leerlingen die leren om spanning niet als vijand, maar als informatie te zien. En in sporters die ontdekken dat hun waarde niet afhankelijk is van één beoordeling, één proef, of de mening van anderen.
De angst om los te laten
Onder veel prestatiedrang ligt iets zachts en kwetsbaars: de angst om los te laten. Soms is dat een vorm van verlatingsangst, de diepe overtuiging dat je alleen veilig bent als je alles onder controle hebt, of als je de goedkeuring van anderen behoudt.
Die angst kan je scherp maken, maar ook uitputten. Het zorgt ervoor dat je alles wilt vasthouden, perfectioneren of beheersen. En juist daardoor raak je verwijderd van het gevoel van vertrouwen dat je zoekt.
In mijn eigen werk kom ik dit ook tegen. Ik merk hoe moeilijk het soms is om echt te vertrouwen. Op mezelf, op het proces, op de ander. Maar steeds opnieuw besef ik: vertrouwen groeit pas als je bereid bent iets los te laten.
De menselijke kant van groei
Iedere sporter, ieder mens, heeft zijn of haar eigen weg te gaan. En dat laat zien hoe universeel dit thema is.
De ene worstelt met onzekerheid, de ander met controle, weer een ander met de angst om niet gezien te worden.
Als begeleider wil ik mijn leerlingen helpen om hun eigen pad te lopen, zonder dat ze alle hobbels hoeven te nemen die ik zelf tegenkwam. Tegelijkertijd weet ik: sommige stukken zijn juist nodig. Omdat ze leren dat vertrouwen niet wordt gegeven, het wordt opgebouwd, stukje voor stukje, door eerlijk te zijn over wat je voelt.
Zelfvertrouwen is geen masker van zekerheid. Het is de stille stem die zegt: “Ik mag er zijn, ook als ik het even niet weet.” En misschien is dat wel de meest menselijke vorm van kracht die er bestaat.
Mis jij op dit moment zelfvertrouwen in hetgeen je doet? Laten we dan contact hebben, ik kan je helpen.



